Grote Parasolzwam.


Latijnse naam: Macrolepiota procera

Familie: Agaricaceae

 

 

Eetbaar

 

Omschrijving:

Deze paddenstoel heeft de grootste hoed. De hoed kan een doorsnede van wel 35 cm bereiken. De jongere pannenstoelen waarvan de hoed nog niet uitgevouwen is zijn trommelstokvormig. De kleur van de hoed is licht geelbruin tot grijsbruin en heeft donkerbruine, grove schubben. De steel is 15 tot 30 cm hoog, hol, cremewit van kleur met wit, grijs viltig zones. Aan de grond is de steel vaak verdikt. De ring onder de hoed zit los en is dus verschuifbaar. Deze is van boven wit en van onder bruin. De vleeskleur s wit.

Zijn lichte geur in droge vorm is licht nootachtig. De verse Grote Parasolzwammen smaken naar hazelnoten.

 


Groeiplaats:

Hij heeft een vaste groeiplaats. Als men hem eens gezien heeft, kan men hem daar jaren achter elkaar vinden. Hij komt vrij algemeen voor en groeit vaak in loofbossen, gemengde bossen, bermen en onbemeste graslanden. Vaak staan ze met grotere groepen van 10 tot 20 stuks bij elkaar. 

 

Verzamelen:

Hij is te vinden van juni tot in november. Pluk nooit parasolzwammen met een hoed kleiner dan 10 cm.

 

Bereiding:

De hoed van de Grote Parasolzwam kan prima gebakken worden en is dan erg lekker. Ook kan hij gevuld worden en dan in de over gedaan worden. De steel wordt als minder smakelijk ervaren.

 

Bewaren:

Als men de hoed in blokjes snijd is hij goed te drogen. De gedroogde blokjes zijn goed te bewaren en kunnen gebruikt worden om paddenstoelenbouillon mee te maken.

 

Gevaar:

Als de ring om de steel niet verschuifbaar is, dan is het waarschijnlijk de bosparasolzwam. Deze is niet eetbaar.

 



Laats bijgewerkt op: 8 december 2021