Vlinderstruik.

Latijnse naam: Buddleja

Familie: Scrophulariaceae (Helmkruidfamilie)

Andere benamingen: Herfstsering

 

In zeer veel tuinen is deze struik wel te vinden. In het najaar heeft hij grote pluimen met vele bloemetjes. Hij is in verschillende kleuren verkrijgbaar. Veel voorkomende kleuren zijn wit, roze of paars en er is zelfs een gele variant. Zodra de plant bloeit trekt hij vele insecten aan. Niet allen vlinders, maar ook verschillende soorten bijen, hommels en zweefvliegjes komen op de plant af.

 


De plant.

Deze bladverliezende heester vindt zijn oorsprong in China. Hij bloeit van juli tot in de late herfst op één-jarig hout. Hij is redelijk winterhard tot een temperatuur van 15 graden onder nul. Er zijn lage soorten die slechts 1 meter hoog worden, maar de meeste soorten worden 2 tot 3 meter hoog.

 

Planttijd.

De beste tijd om een nieuwe vlinderstruik te planten is in het vroege voorjaar. Zodra de plant goed is uitgelopen, zal hij veel water nodig hebben. Daarom is de zomer zeker geen goede tijd om er 1 aan te schaffen. Eventueel kunnen ze ook in het najaar geplant worden. Ze moeten dan de eerste winter wel wat beschermt worden tegen strenge vorst.

 

Soorten.

  • Border Beauty, hij heeft paarsroze pluimen op een grote struik, hij bloeit vroeg.
  • Dart's Ornamental White, deze heeft grote witte pluimen op een grote struik.
  • Dart's Purple Rain, een vrij brede struik met vele paarse bloemtrossen
  • Flower Power, verkleuren van oranje naar roze, hij bloeit van juli tot september en wordt 2,25 meter hoog.
  • Pink Delight, deze heeft grote zuiver roze pluimen op een grote struik. hoogte 2,5 meter.
  • Pink Spread, deze heeft donker roze pluimen op een brede struik.
  • Purple Chip, een zeer laag soort (80 cm) met paarse bloemen.
  • Royal Red, deze heeft grote rode bloemen.
  • Summer Beauty, een compacte struik met roze bloemen met soms iets rood.
  • Sunkissed, deze heeft mooie grote pastel lila pluimen op een grote stevige plant.
  • White Ball, een heel compacte plant met grijs blad en witte bloemen.
  • White Wings, een witbloeiende grote struik.

Standplaats.

Vlinderstruiken staan graag op goed doorlatende grond in de volle zon.

 

Plantafstand.

De meeste vlinderstruiken zijn recht-opgaande planten. Dat betekend dat ze maar weinig ruimte nodig hebben. De meeste soorten kunnen 1,5 tot 2 meter uit elkaar geplant worden. Vaak worden de planten meer naar achteren in de tuin geplant of als solitair.

 

Onderhoud.

Eind maart, begin april moet de plant flink terug gesnoeid worden. Zo zal de plant opnieuw uitlopen en kan hij dat jaar weer bloeien op zijn nieuwe takken. Snoei alle takken op kniehoogte af, maar zorg er wel voor dat er voldoende groeiknoppen overblijven.

 

Voeding.

Vlinderstruiken zijn gemakkelijke planten en doen het zelfs op hele schrale grond. Maar geef de plant in het voorjaar een klein beetje voeding, dan weet je zeker dat hij het gehele jaar weer mooi groeit en bloeit.

 

Vermeerderen.

Vlinderstruiken kunnen prima gezaaid worden. De struiken zijn echter niet soortecht. Dat betekend dat ze gemakkelijk met hun soortgenoten kruizen en dat het dus een verrassing is welke eigenschappen de nieuwe plantjes zullen hebben.

 

De meest gebruikte manier  om het te vermeerderen is om stekken te nemen. Als in het voorjaar de struik gesnoeid wordt heb je voldoende materiaal om stekken te zetten. 

 

Vlinderstruik is net gesnoeid.


Knip stukken van 20 cm lang en minimaal potlood-dikte. Zorg ervoor dat ze minimaal 2 groeipunten hebben ze steek ze voor 2-derde in de grond. Zet ze op een beschut plekje in de schaduw, dan zullen ze niet zo snel verdrogen. Zorg ervoor dat de grond licht vochtig blijft. Zodra ze voldoende uitgelopen zijn kunnen ze verplant worden.

 

 

Ziektes en plagen.

Bladluis.

Op de jonge toppen van deze struik kan je bladluis tegenkomen. De bladeren zijn dan helemaal opgekruld. De luis kan bestreden worden met brandnetelgier.

 


Laatst bijgewerkt op: 14 december 2021