Heerlijke rode bieten, door onze zuiderburen ook wel kroten genoemd. Wie kent ze niet? Als ze maar water genoeg krijgen is het een leuke en gemakkelijke teelt.
De rode biet vind zijn oorsprong rond het Middellandse Zeegebied en is familie van de Amaranten. De plant maakt een verdikking in de wortel en slaat hier voeding en vocht in op. Deze verdikking, de biet is het deel van de plant welke wij opeten, maar ook het jonge blad is lekker in salades.
Rode bieten kan je zaaien vanaf half maart tot in juli. De ronde soorten zijn geschikter voor de vroege zaai en de puntige soorten zijn geschikter voor de late zaai. Het zaad ontkiemt bij een temperatuur van minimaal 7 graden. Het duurt dan ongeveer 2 weken voordat het opkomt. Bij een hogere temperatuur komt het sneller op.
Het zaad zit verpakt in een soort 'kurk', het vruchtje. De kans is groot dat er meerdere zaadjes per 'kurkje' zitten. Zaai ze 1cm diep en 7 à 8cm uit elkaar. Laat er niet meer dan 2 of 3 per zaadje staan. Zo hebben de bieten later genoeg ruimte om te kunnen groeien.
Zaai in april, mei en/of juni ook nog een keer, zo heb je de gehele zomer verse bieten.
Voorzaaien.
Zelf zaai ik ze altijd voor in trays in de koude kas. ik doe dat al tussen half en eind februari. Zaai 1 zaadje per gaatje. In elk 'kurkje' zitten vaak meerdere zaadjes. Laat na opkomst 1 plantje per gaatje staan. Laat ze ook niet te groot worden, maar plant ze op tijd uit. Zo heb je vroeg bietjes en krijg je een mooie verdeling in de regel.
Winterteelt.
In augustus kan je een regeltje in de koude kas zaaien. Zo kan je gedurende de winter ook verse bietjes eten. Bietjes kunnen goed tegen vorst.
Egyptische Platronde, Kogel 2 en Detroit zijn ronde bieten. Deze zijn zeer geschikt voor de voorjaars en zomer teelt. Cylindra is een langere puntige biet en doet het beter bij een late teelt. Ook is deze zeer geschikt om chips van te maken. Er is ook bietenzaad te koop van andere kleuren bieten, zoals geel, wit en zelfs van gestreepte bieten.
Ze staan het liefste in de volle zon, maar doen het ook in de halfschaduw. De Ph waarde is het beste tussen de 6,0 en de 7,5. (hoewel ik deze nooit meet) Ze hebben het liefste een losse grond, zodat de knol zich goed kan ontwikkelen.
Plant bieten niet waar recent spinazie gestaan heeft.
Goede buren:
Slechte buren:
Voor mooie bietjes van 6 à 7cm groot, houd je een zaai- of plantafstand aan van 7 à 8cm. Voor hele grote bieten houd je een afstand aan van 15 à 20cm. De regelafstand is 30cm.
Bieten houden van een humusrijke grond. Geef ze na een paar weken een beetje organische mest. Geef niet te veel stikstof, anders maken ze meer blad dan biet. Als de bieten gevormd worden, geef dan een handje kali voor een goede ontwikkeling van de kroot. Belangrijker is nog dat ze voldoende water krijgen. Neem het liefst koud water, zo uit de pomp. Daar groeien ze het beste van. Bij te veel warmte groeien bieten minder goed.
Voor een zacht en sappige biet laat je hem niet te groot worden. Oogst hem als hij 6 à 7cm groot is. Als de biet te groot wordt, kan hij houterig worden. Ook het blad is rauw erg lekker en je vindt het dan ook vaak in gemengde salades.
Na het oogsten draai je het blad eraf. Als je dit niet doet zal de biet slap worden, omdat er dat teveel vocht verdampt. Je kunt de bieten in een koele en donkere plek zeker wel een week bewaren.
In een bak met zand kan je de bieten enkele maanden bewaren. Zorg dat het niet te nat is, anders zullen de bieten gaan rotten. Door het zand zullen de bieten niet verdrogen.
Ook kun je bieten prima invriezen. Kook ze gaar en rasp ze of snijd ze in stukjes. Vries ze per maaltijd in. Zo kun je het hele jaar van bietjes genieten.
Er zijn geen noemenswaardige ziektes of plagen voor dit gewas.
Laatst bijgewerkt op: 1 december 2020