(Allium ampeloprasum var Holmense)
Ook wel Doorlevende Prei of Parellook genoemd.
Op nummer 1 in de permatuin staat bij mij de Oerprei. Dit is absoluut één van mijn lievelings groente.
De Latijnse naam is Allium ampeloprasum var. Holmense. Officieel is het geen prei, maar hij smaakt er zeker wel naar. Hij is iets minder scherp van smaak. Onder de Allium-familie behoren ook de gewone prei, ui, sjalot, knoflook, bieslook en andere look soorten.
Oerprei kweken is niet zo moeilijk. Het is een bolgewas dat in het najaar geplant hoort te worden. Begin augustus is de beste tijd om wat bolletjes te scoren. Je kunt ze kopen, maar als je iemand kent die ze heeft, kan je er zeker wel een paar krijgen. Als je het goed doet, heb je er elk jaar meer bolletjes. Plant ze op een zonnige plaats. Ze staan het liefst op een gemiddeld bemest stuk grond dat los is en rijk is aan compost.
In september lopen ze al uit. De dunne sprietjes worden al snel groter. In de winter staat de groei zo goed als stil. Als daarna eenmaal het voorjaar aanbreekt, gaan ze echt groeien.
Spit voor het planten van de bollen flink wat compost door de grond. Ook een beetje oude stalmest wordt gewaardeerd. Gebruik bij ui-achtige nooit verse mest, hierdoor gaan ze schieten (bloeien). In het voorjaar strooi je nog wat kali bij de plant. Dit zorgt voor mooie grote knollen. Ook kan je wat meststoffen met wat meer stikstof geven. Hierdoor krijg je meer blad, dus een grotere plant.
Zelf plant ik ze 5cm uit elkaar.
In het najaar en in de winter (als de planten goed zijn uitgelopen) haal ik er om-en-om 1 tussen uit. De plantafstand is nu 10cm geworden.
In het voorjaar beginnen de planten goed te groeien. Ook nu haal ik er om-en-om 1 tussen uit. Dan is de plantafstand 20cm. De grootse oogst is in maart, april en mei. Hij volgt mooi de winterprei op en is eerder als de zomerprei.
Een aantal planten laat ik doorgroeien. Wel kan je 1 of 2 keer het lof eraf snijden voor gebruik. Doe dit niet te diep. De plant zal daarna opnieuw uitlopen.
De gehele prei is te gebruiken. Zowel de bol als de stengel en het blad zijn eetbaar en lekker. Natuurlijk kan je het koken als prei, maar het is ook lekker in de soep of om een preischotel van te maken.
Oerprei behoort tot de familie van de uien en komt dus op het bed van de uien en de wortels. De Oerprei kan gerust jaren op dezelfde plaats blijven staan. (zonder gerooid te worden)
De wisselteelt periode is 1 op 5 jaar.
Zelf rooi ik de bolletjes elk jaar en plant ze elk jaar opnieuw. Op die manier krijg je mooie grote preien.
De plantafstand is 25cm tussen de regels en 20cm ruimte tussen de planten. Ze moeten ongeveer 10cm diep geplant zijn.
Begin juni beginnen ze te bloeien. Het is nu gebeurt met het oogsten. De plant vormt een harde stengel van ongeveer 80cm hoog en bloeit met een bloem die typisch is voor Alliums. Laat de bloemen maar bloeien. De plant heeft er geen last van en de opbrengst is niet minder. Het is een echte bijen en hommel plant. Als het mooi weer is zijn er 10-tallen hommels en andere beestjes te vinden.
De oerprei is weinig gevoelig voor ziektes. Soms krijgt de plant in de zomer wat last van roest, maar dit is het volgende seizoen weer verdwenen. Al met al is het een zeer gezond ras.
Begin augustus - bolletjes planten
vanaf eind november oogsten
Maart, april mei - de grote oogst
Begin juni - Bloei
Eind juni, begin juli bolletjes rooien
Laatst bijgewerkt op: 18 mei 2021