Latijnse naam: Melissa officinalis
Familie: lipbloemenfamilie (Lamiaceae)
Andere namen:
Van oorsprong komt hij uit het Midden-Oosten. De plant behoord tot de lipbloemige en is familie van de munt. Hij is winterhard, maar sterft in het najaar boven de grond af om in het voorjaar weer uit te lopen.
Hij heeft ruwe blaadjes en is behaard op de stengels en bladeren. De kleine gele bloemetjes bloeien van juli tot september en trekken veel bijtjes aan. Melissa is Oud-Grieks en betekend honingbij. Hij wordt 50 tot 70 centimeter hoog.
Citroenmelisse kan gezaaid worden. Zaai in januari tot maart binnenshuis. Het is een lichtkiemer, dus dek de zaadjes niet af met aarde, maar gebruikt een stukje doorzichtig plastic om de grond vochtig te houden. Na het verspenen kunnen de plantjes naar buiten. Bescherm ze de eerste weken nog wel tegen nachtvorst.
Ook kan de plant gescheurd worden. Steek een stuk van de plant af en zet hem op een nieuwe plaats. Doe dit bij voorkeur in het vroege voorjaar.
Hij doet het op elke grondsoort, maar staat het liefste op een rijke, licht vochtige bodem. Geef hem een plekje in de half-schaduw en uit de wind.
Omdat ze vrij hoog en bossig worden is de plantafstand 40 cm.
Liggende takken kunnen nog wel eens gaan wortelen. Ook vanuit de grond wordt de plant steeds breder. Steek af en toe een stuk af om hem binnen de perken te houden.
Snoei hem als hij is afgestorven enkele centimeters boven de grond af en dek de plant af met wat gevallen blad. Zo komt hij gemakkelijker de winter door.
Geef de plant elk voorjaar en najaar en flinke hand compost. Daar heeft hij het gehele jaar genoeg aan.
Pluk de blaadjes. Het liefste in de ochtend op een droge dag.
Houdt bij het plukken de stengels iets langer. Dan kan je ze thuis in een glaasje met water zetten. Zo dan je ze enkele dagen bewaren.
Ook kun je de bladeren drogen. Zodra ze knisperend droog zijn kan je ze in een potje doen en op een donkere plek zetten, zoals een keukenkastje. Zo kun je er het hele jaar van genieten.
De blaadjes ruiken en smaken naar citroen. Ze zijn dan ook heerlijk in de thee.
Verder kun je ze toevoegen aan visgerechten. Bak of kook ze niet mee, maar voeg ze op het laatste moment toe.
Verder kan je ze ook toevoegen aan vleesgerechten.
Doe ze ook eens door de vruchtenbowl of door een fruitsalade.
En ook door de sladressing zijn de blaadjes een lekkere toevoeging.
Wrijf met een vers blad over een steek of bijtwond van bijvoorbeeld muggen of wespen. De irritatie zal snel afnemen.
De karmelieten maakten Karmelietenwater dat ook Melissewater of Melissegeest werd genoemd. Citroenmelisse werd hierin gecombineerd met o.a. nootmuskaat, kaneel en citroenschil. Het karmelietenwater raakte in vele apotheken ingeburgerd om bij indigestie, braken, moeilijke spijsvertering en spanningshoofdpijn toe te dienen.
Laatst bijgewerkt op: 22 april 2022