Spruitkool kweken.

Je bent er dol op of je lust ze niet. Veel mensen houden niet van spruiten. Als je er wel van houdt is het zeker een leuke teelt.


De plant.

Spruiten zijn eigenlijk de jonge knoppen van de spruitkool. Als ze niet geplukt worden, zullen ze uitgroeien tot de zijtakken van deze plant. Dit 2-jarig gewas hoort thuis op het bed van de koolplanten.

 

 

Zaaien.

Begin april kunnen we de spruitkool zaaien. Zaai het zaad ongeveer 1 à 2 cm uit elkaar op de lange regel. Het zaad zal snel ontkiemen. Houdt de jonge plantjes onkruidvrij. Ze kunnen uitgeplant worden als ze ongeveer 10 cm groot zijn.

 


Soorten.

Groninger.

- Dit soort kan al vroeg geoogst worden. Hij geeft veel, stevige, kleine spruiten.

 

Mezzo Nano

- Deze heeft een compacte groei en kleine, goed smakende spruiten.

 

Roodnerf.

- Deze groeit goed op lichtere grondsoorten. De spruiten hebben rode nerven.

 

Rubine.

- Deze geeft rode spruiten met een milde smaak.

 

Goede en slechte buren.

Goede buren:

  • Aardappels
  • Hysop
  • Salie
  • Tijm

Slechte buren:

  • Oost-Indische Kers
  • Rozemarijn
  • Aardbei
  • Tomaat

Plantafstand.

Uiterlijk half juli moeten de koolplantjes uitgeplant zijn. Ze komen op het bed van de kolen en de plantafstand is ongeveer 60 x 60 cm.

 

Onderhoud.

Verwijder in het najaar en de winter de te losse spruiten en het lelijke blad. Verder hebben ze weinig onderhoud nodig. Als de plant kaal geoogst is kan de koolstronk verwijderd worden.

 

Voeding.

Alle koolsoorten hebben graag veel voeding. Zorg dat er voldoende stalmest ondergespit wordt en geef nog enkele keren een handje koemestkorrels.

 

 

Oogsten.

Spruiten worden op grootte geoogst. Dit kan al vanaf oktober tot ver in de winter. 

 

 

Bewaren.

Spruiten kunnen lang bewaard worden, zeker een week of 2. Eventuele lelijke blaadjes kunnen verwijderd worden.

 

Maar eigenlijk is dat niet nodig. Spruiten groeien niet zo snel en kunnen ook prima aan de plant blijven zitten tot ze gegeten gaan worden.

 


Ziektes en plagen.

Rand.

Door kalkgebrek kunnen de randen van de bladeren geel kleuren.

 

Luizen.

Zij kunnen de plant verzwakken.

 

Rupsen.

Rupsen kunnen in enkele dagen de jonge planten opeten. Ook grotere planten kunnen aardig te lijden hebben van rupsen.

 

Witte vlieg.

De planten kunnen aan de onderkant van het blad last hebben van witte vlieg. Zij gebruiken de planten om te schuilen en om eitjes te leggen. De spruiten zelf hebben er weinig last van.

 

Kalender.


Laatst bijgewerkt op: 1 december 2020