Savooiekool kweken.

Niet de bekendste kool, maar zeker wel een hele lekkere. Maak hem klaar als boerenkool. Succes verzekerd.

Savooiekool is een sluitkool. Een hele mooie kool zelfs. Er zijn gele en groene soorten. Hij heeft grof geribbeld blad. Omdat hij iets stugger is dan de meeste kolen moet hij iets langer gekookt worden. Hij is vergelijkbaar met boerenkool.

Er zijn vroege rassen en late rassen. Vroege rassen kunnen onder glas al in februari gezaaid worden. Vanaf april kunnen ze uitgeplant worden op een afstand van 50 x 50 cm. Deze kunnen van juni tot in augustus geoogst worden.

Voor de herfstteelt wordt er gezaaid in maart en april in de volle grond. Zaai op een regel elke 2 cm een zaadje. Zodra ze groot genoeg zijn kunnen ze uitgeplant worden op een afstand van 50 x 60 cm. De oogst is van september tot de vorst.

Ook zijn er rassen die geschikt zijn voor de winterteelt. Deze worden van half april tot half juni gezaaid. Uitplanten op 60 x 60 cm. Zorg wel dat je het goeie soort hiervoor gebruikt. Dan kunnen ze van november tot in maart geoogst worden.

Bloemendaalse Gele

- Dit is een laat soort dat goed tegen de vorst kan.

Wirosa Fi

- Deze late, groene savooiekool kan het beste tegen de vorst.

Vroege Groene Spitse

- Een kleine, vroege kool.

Buiten het onkruidvrij houden, hebben kolen weinig onderhoud nodig. Belangrijk is het dat ze met regelmaat water krijgen. Dit voorkomt het scheuren van de kool.

Alle koolsoorten hebben graag veel voeding. Zorg dat er voldoende stalmest ondergespit wordt en geef nog enkele keren een handje koemestkorrels.

Oogsten zodra de kool groot genoeg is. Neem een scherp mes, want de koolstronk kan nogal hard zijn.

Verse kool is in de koelkast enkele weken te bewaren. Als het buitenste blad lelijk wordt kunnen deze verwijderd worden.

Bewaarkolen kunne gewoon op het land blijven staan. Bij hele strenge vorst eventueel afdekken met vliesdoek.

Fijngesneden kool kan ook prima geweckt worden. Of blancheer het fijngesneden blad even en vries hem in.

Rand.

Door kalkgebrek kunnen de randen van de bladeren geel kleuren.

Luizen.

Zij kunnen de plant verzwakken.

Rupsen.

Rupsen kunnen in enkele dagen de jonge planten opeten. Ook grotere planten kunnen aardig te lijden hebben van rupsen.

Witte vlieg.

De planten kunnen aan de onderkant van het blad last hebben van witte vlieg. Zij gebruiken de planten om te schuilen en om eitjes te leggen. De spruiten zelf hebben er weinig last van.

Scheuren.

Door plotseling veel water na een droge periode kan de kool gemakkelijk scheuren. Oogst de kool en snijd hem schoon. De kool is nog prima te gebruiken.

Laatst bijgewerkt op: 5 februari 2021