Heerlijke rode kool met appeltjes. Wie houdt daar nou niet van.
Rode kool is een sluitkool. Het beste kan er tijd gezaaid worden, zodat ze lekker de tijd hebben om te groeien.
Er zijn vroege rassen en late rassen. Vroege rassen kunnen al vanaf half februari tot eind maart gezaaid worden. Zodra ze handzaam zijn worden ze uitgeplant op een afstand van 50 x 50 cm. Deze kunnen in juli en augustus geoogst worden.
Late rassen worden vanaf half maart tot eind april buiten gezaaid. Zaai ze 2 cm uit elkaar op de lange regel. Deze worden later uitgeplant op een afstand van 60 x 60 cm. De oogst is van september tot de vorst.
Vroege soorten:
Langedijker Vroege
- Dit zeer vroege ras kan al in juli geoogst worden.
Roodkop
- Dit is een vroege middelgrote kool
Late soorten:
Langedijker Bewaar
- Deze maakt vaste middelgrote kolen.
Lecto F1.
- Deze kan behoorlijk wat vorst hebben.
Goede buren:
Slechte buren:
Buiten het onkruidvrij houden, hebben kolen weinig onderhoud nodig. Belangrijk is het dat ze met regelmaat water krijgen. Dit voorkomt het scheuren van de kool.
Alle koolsoorten hebben graag veel voeding. Zorg dat er voldoende stalmest ondergespit wordt en geef nog enkele keren een handje koemestkorrels.
Oogsten zodra de kool groot genoeg is. Neem een scherp mes, want de koolstronk kan nogal hard zijn.
Verse kool is in de koelkast enkele weken te bewaren. Als het buitenste blad lelijk wordt kunnen deze verwijderd worden.
Bewaarkolen kunnen opgekuild worden. Laat de stronk aan de plant en plant ze onderste boven in een kuil zand. Zorg dat alleen de wortels boven de kuil uitkomen. Zo kunnen de kolen maanden bewaard worden. Als het heel hard gaat vriezen kunnen de kolen beter naar binnen gehaald worden.
Fijngesneden rode kool kan ook prima geweckt worden. Of blancheer het fijngesneden blad even en vries hem in.
Rode kool lijkt wel minder last van ziektes of plagen te hebben dan andere kolen.
Rand.
Door kalkgebrek kunnen de randen van de bladeren geel kleuren.
Luizen.
Zij kunnen de plant verzwakken.
Rupsen kunnen in enkele dagen de jonge planten opeten. Ook grotere planten kunnen aardig te lijden hebben van rupsen.
De planten kunnen aan de onderkant van het blad last hebben van witte vlieg. Zij gebruiken de planten om te schuilen en om eitjes te leggen. De spruiten zelf hebben er weinig last van.
Laatst bijgewerkt op: 5 februari 2021