Een echte wintergroente voor een stevige stamppot. Heerlijk met rookworst en wat mosterd.
Van verre is de boerenkool al te herkennen. De dikke stengel en het gekrulde blad erop. Hij heeft een lang groeiseizoen nodig en gebruikt ook best wel wat ruimte, maar het is zeker een leuke teelt.
In mei of juni is het tijd om de boerenkool te zaaien. Zaai het zaad ongeveer 1 à 2 cm uit elkaar op de lange regel. Het zaad zal snel ontkiemen. Houdt de jonge plantjes onkruidvrij. Ze kunnen uitgeplant worden als ze ongeveer 10 cm groot zijn.
Westlandse Herfst.
- Dit soort heeft donkergroen blad en kan al voor de vorst geoogst worden.
Westlandse Winter.
- Dit soort heeft donkergroen blad en kan de gehele winter geoogst worden.
Redbor
- Deze boerenkool heeft rood blad en is geschikt voor de herfst en de winterteelt.
Goede buren:
Slechte buren:
Uiterlijk half juli moeten de koolplantjes uitgeplant zijn. Ze komen op het bed van de kolen en de plantafstand is ongeveer 50 x 60 cm.
Verwijder in het najaar het lelijke blad. Verder hebben ze weinig onderhoud nodig. Als de plant kaal geoogst is kan de koolstronk verwijderd worden.
Alle koolsoorten hebben graag veel voeding. Zorg dat er voldoende stalmest ondergespit wordt en geef nog enkele keren een handje koemestkorrels.
Boerenkool wordt iets zoeter als de vorst eroverheen geweest is. Ook word het blad iets zachter. Om die redenen kan er het beste na de eerste vorst geoogst worden.
Natuurlijk kan er ook voor de vorst al geoogst worden. Pluk het blad van onder af aan. Thuis word het zachte blad tussen de nerven vandaan geplukt. Eventueel kan dit nog een paar dagen de vriezer in om hem nog lekkerder te maken. Maar je kunt hem ook dezelfde dag opeten.
Boerenkool in de sneeuw op 8 februari 2021.
Het verse blad is zeker een paar dagen te bewaren in de koelkast, maar je kunt beter op de dag oogsten dat je hem wilt gaan eten.
Boerenkool kan heel goed ingevroren worden. Pluk het blad kaal en vries het rauw in. Zo kan je de hele winter boerenkool eten. Zorg wel dat het aan het einde van de winter op is, want het is een echte wintergroente.
Rand.
Door kalkgebrek kunnen de randen van de bladeren geel kleuren.
Luizen.
Zij kunnen de plant verzwakken.
Rupsen kunnen in enkele dagen de jonge planten opeten. Ook grotere planten kunnen aardig te lijden hebben van rupsen.
De planten kunnen aan de onderkant van het blad last hebben van witte vlieg. Zij gebruiken de planten om te schuilen en om eitjes te leggen. Ook zuigen zij het sap uit de plant.
Laatst bijgewerkt op: 23 januari 2023