Denk je aan een moestuin, dan denk je aan aardbeien en aalbessen. Eenmaal een struikje gekocht, dan heb je er jaren plezier van. Met het juiste onderhoud kan je er elk jaar emmers met bessen van plukken.
Aalbessen groeien aan struiken. Deze kunnen jaren oud worden, dus zoek er een mooi hoekje voor om hem neer te zetten.
De struiken kunnen 1,5 tot 2 meter hoog worden en zeker een meter breed worden. In de winter laten ze hun blad vallen. Daarna in het voorjaar zullen ze weer uitlopen en al vrij snel daarna bloeien ze met kleine, niets zeggende bloemetjes. Afhankelijk van het soort kunnen de bessen tussen half juni en half september geoogst worden.
Let op! ook de vogels vinden de bessen erg lekker. Enige bescherming is dus zeker nodig.
De beste tijd om een aalbes aan te schaffen en te planten is in het voorjaar. Wil je meerdere planten, neem dan verschillende soorten, zodat je de pluktijd wat verleng. Er zijn verschillende soorten die witte, roze en rode bessen dragen.
Het planten.
Zorg dat het niet vriest en maak het gat groot genoeg om ook flink wat compost toe te voegen. Zet de planten 1,5 meter uit elkaar. In het begin zal dat veel lijken, maar na 1 of 2 jaar zal de struik groot gegroeid zijn en heb je deze ruimte echt wel nodig.
Jonkheer van Tets.
Waarschijnlijk de meest verkochte aalbes. Hij heeft van eind juni tot eind juli middelgrote, zoetzure, rode bessen.
Roodneus.
Dit ras heeft mooie grote, ronde, sappige rode bessen, die te plukken zijn in de maand augustus. De bessen zijn vrij zuur.
Rotet.
Dit ras is zeer laat het laat zijn bessen pas in september afrijpen. De rode bessen zijn middelgroot, zachtzuur en hangen aan lange trossen.
Gloire de Sablons.
Een leuke afwisseling zijn de licht roze bessen van deze struik. De smaak is zachtzuur en ze zijn te plukken van eind juni tot eind juli.
Pink Champagne.
Ook dit ras heet roze besjes. De bessen zijn enigszins zoet en zijn vroeg te plukken, van half juni tot eind juli.
Witte Hollander.
Zoals de naam al verklapt geeft dit ras witte bessen. Dit ras is zeer goed verkrijgbaar. De bessen kunnen van half juli tot half augustus geplukt worden.
Albatros.
Nog een witte bes met een zoete smaak. De pluktijd is gelijk aan de Witte Hollander, van van half juli tot half augustus.
Aalbessen staan graag op een zonnig plekje. Zeker bij het rijpen van de bessen is zonlicht gewenst. Ook vragen ze een beetje een beschutte plek. Dit voorkomt dat de bessen bij een stevige storm uit de struiken waaien.
Zorg voor een vochtige, doorlatende bodem waar voldoende voeding in zit. Omdat de planten oppervlakkig wortelen wordt een laag mulch om en onder de struiken gewaardeerd.
Jaarlijkse snoei is gewenst. Hier heb ik een apart stuk over geschreven: Het snoeien van je bessenstruik.
Bessenstruiken kan je niet snel te veel bemesten. Belangrijk is dat ze voldoende kalium krijgen. Dit bevorderd de groei en bewaarbaarheid van de bessen.
Mulch met voldoende compost en geef ze elke winter een flinke doses mest. In de zomer maanden dan nog iets bijmesten met kalium.
Alles wat vers gegeten word is altijd het lekkerst. Pluk de bessen 's morgens, als het nog een beetje koel is. Pak de bovenkant van de tros met bessen en trek deze rustig naar beneden. De trosjes zullen gemakkelijk loskomen.
Geplukte bessen kunnen ongeveer 2 weken bewaard worden in de koelkast.
Voor jam, saus of limonade kunnen de bessen heel goed ingevroren worden. Rits ze van de takjes en vries ze rauw in. In de vriezer zijn ze ongeveer 1 jaar houdbaar.
Bessen kunnen last hebben van bladrandziekte. De randjes van de bladeren kleuren geel of bruin. De struik krijgt hierdoor een lelijk uiterlijk. Dit is het gevold van een te kort aan kalium.
Het blad aan het einde van de takken krult op. Dan heb je te maken met luis. Spuiten met brandnetelgier helpt hiertegen.
Het gebeurd niet vaak, maar soms hebben rupsen het voorzien op je bessenstruik. Als je geen netten gebruik, kunnen de vogels de rupsen opeten.
Vogels.
Zoals al eerder beschreven lusten de vogels de bessen zeer graag. Dit is te voorkomen door het gebruik van vogelnetten. Zorg voor de juiste netten met een kleine maaswijdte. Dan blijven de vogels er niet in vastzitten.
Laatst bijgewerkt op: 5 mei 2021